dinsdag 15 september 2009
Een eigen paard
Het is de droom van bijna iedere ruiter om een eigen paard te hebben maar voor veel blijft het een droom, waarom hebben zo weinig ruiters een eigen paard?
- Het kost geld (veel geld)
- Het dier verzorgen en berijden kost veel tijd
Deze twee redenen zijn het belangrijkst. maar het is ook zo dat als je een eigen paard hebt die op eigen land staat veel goedkoper zal zijn dan dat je hem bij een pensionstal zet of bij een manege.
Voordelen van een eigen paard op een eigen stuk land:
- Het kost minder geld
- Je hoeft er niet telkens naar toe met de auto of de fiets
nadelen:
- Je moet zelf veel meer doen om het dier te kunnen onderhouden, zoals stal uitmesten, dier in de wei zetten, er weer uithalen, eten geven en enzovoort.
Voordelen van een eigen paard gestald bij een manege of pensionstal.
- De lessen zijn bij de meeste maneges goedkoper als je een eigen paard hebt
- Je hoeft de stal meestal niet zelf uit te mesten, je hoeft het dier niet zelf te voeren ezovoort.
Nadelen:
- Het kost veel meer geld, dan moet je ongeveer denken aan ongeveer €300 per maand
- Je moet er telkens naar toe met de auto of op de fiets.
maar de aanschaf is nog niet zo heel duur maar om het te onderhouden maakt het het duur.
woensdag 12 augustus 2009
Shire
Tinker
De Tinker is een gevoelig paardje, rustig in de hand.
Deze kwaliteiten, gecombineerd met zijn grote lichaamskracht en terreinzekerheid, maken hem een ideale trekpony, ofschoon zijn kracht meer bij een volwassene past dan bij een kind.
Hij houdt van werken al zijn er natuurlijk altijd Tinkers bij die "liever lui dan moe" zijn.
De Tinker is vaak tweekleurig: zwartbont, vosbont, schimmelbont, blauwbont of bruinbont, ook bestaan er driekleurige Tinkers.
Die verschillen in het bruinbont doordat ze zwarte manen hebben en er zijn er die op de huid al drie kleuren hebben.
Het zwarte deel zit vaak in de overgang van wit naar bruin op de voorbenen en achterbenen. Deze laatste komen in Nederland, naar verhouding niet veel voor, omdat de driekleurige de geluksbrengers zijn.
Hebben de Tinkers ook nog een witte pluk in een zwarte staart of zwarte pluk in een witte staart dan zijn het, volgens de zigeuners, de echte gelukbrengers.
Ook Tinkers met één wit oor kan bij het rijtjes worden geplaatst.
Hij heeft een diep en goed gesloten lichaam. De schouders zijn sterk en lijken gemaakt voor het tuig en dragen bij aan een verhoogde knieactie, door de sterke achterhand leveren de spronggewrichten een enorme kracht.
De benen zijn kort en sterk met zijdeachtig behang, hij munt uit door de hardheid van zijn hoeven.
Vaak zijn bij recreatief gebruik onder het zadel hoefijzers niet eens noodzakelijk.
zondag 14 juni 2009
Algemeen
Het paard behoort tot de onevenhoevigen (perissodactyla) en heeft per been slechts één teen. Van oorsprong heeft een paard vijf tenen waarbij de hoef feitelijk de vergrote nagel van de middelvinger is. Andere overblijfselen van de tenen zijn de griffelbeentjes (ring- en wijsvinger), de zwilvrat (duim) en het spoortje (pink).
Paarden zijn planteneters (herbivoren), maar geen herkauwers. De voortanden gebruiken ze om gras en dergelijke mee af te rukken, waarna dit door de kiezen vermalen kan worden. Zowel hun gehoor als hun reukvermogen zijn bijzonder goed ontwikkeld. De manen, het lange haar op de bovenzijde van de hals, zijn vermoedelijk ontstaan als bescherming tegen roofdieren zoals katachtigen, die het paard op de rug springen en in de nek bijten. Door dan de aanvaller met bokkende bewegingen van zich af te schudden, verliest het paard enkel wat van zijn manen. De staart wordt gebruikt om insecten te verjagen.
Paarden hebben in het totaal 20 of 18 tanden.Een hengst (mannelijk paard) heeft 2 extra tanden tussen de snijtanden en voorkiezen: de haaktanden. In de boven- en onderkaak hebben een hengst en een merrie : 6 snijtanden, (2) hoektanden, 6 voorkiezen en 6 kiezen. Tussen de snijtanden (voortanden) en de kiezen zitten de tandeloze kaakranden (diasteem), ook wel De Lagen genoemd. Hier ligt het bit op tijdens het rijden.
De grootte (hoogte) van een paard wordt traditioneel gemeten bij de schoft. Bij een schofthoogte tot 1,47m spreekt men van een pony, bij een schofthoogte van 1,47m tot 1,57m spreekt men van een klein paard (ook wel E-pony, of 'damespaard' genoemd) en bij een schofthoogte van 1,57m en hoger spreekt men van een paard.
De schofthoogte van volwassen paarden varieert sterk: de Falabella (een miniatuurpaard) is slechts zo'n 60 cm hoog, terwijl andere rassen bijna twee meter kunnen halen. Het grootste paardenras is de Shire. Een 19e eeuwse Shire ruin genaamd Sampson houdt het record grootste paard ter wereld met in 1850 een schofthoogte van ruim 219 cm (en een gewicht van 1524 kilo, eveneens een wereldrecord). Dit ras wordt voornamelijk als werkpaard gebruikt. De vacht kan zowel effen gekleurd als bont zijn. Veel voorkomende kleuren zijn bruin (met zwarte manen en staart), zwart, voskleurig (bruin-rood), geel en "vaal" (geel-grijs, soms neigend naar bruin of blauw). Het paard is een kuddedier en kan zo'n dertig jaar oud worden.
Paarden leven in kuddeverband. Hun belangrijkste verweer tegen roofdieren is vluchten. Ze werken samen om roofdieren zo snel mogelijk te kunnen ontvluchten. Paarden communiceren met lichaamstaal, in stilte. Hinniken doen wilde paarden alleen in uiterste noodsituaties. De 'familiekudde' wordt geleid door een oudere, ervaren merrie. De kudde telt ongeveer 12 volwassen merries met haar veulens en een paar dekhengsten. Het merendeel van de puberende hengstveulens komt in de zogenaamde hengstenkuddes terecht.
De draagtijd is 11 a 12 maanden, maar ook 13 maanden komt voor. De draagtijd is langer als het paard in het voorjaar moet bevallen, maar ook bij paarden die voor het eerste een veulen krijgen of bij paarden die veel weidegang krijgen. Waarom de draagtijd zoveel varieert is nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat het veulen er geen nadeel van ondervindt. Het veulen probeert al direct na de geboorte te gaan staan en kan zich na een paar uur al redelijk op de been houden. Dit heeft te maken met het feit dat het paard oorspronkelijk op de open vlakte leefde, waar de kudde snel moest kunnen vluchten. Het is belangrijk dat het veulen binnen enkele uren kan drinken bij zijn moeder.
Paardengangen
Draf
Galop
Rengalop
Tölt
Paarden hebben verschillende manieren om zich voort te bewegen ('gangen').
Gebruikelijke gangen: stap, draf, galop en rengalop
* Stap noemt men wel een 'viertakt' gang. Men hoort vier hoefslagen. Er is afwisseling van 'diagonale ondersteuning' en 'laterale' ondersteuning, met daartussen telkens periodes dat het paard op drie benen staat. Paard tilt bijvoorbeeld eerst links voor op en staat op drie benen. Dan verlaat rechtsachter de bodem (paard staat op diagonaal: linksachter rechtsvoor). Linksvoor landt weer (paard op drie benen, alleen rechtsachter is in de lucht). Paard brengt rechtsachter naar voor en vlak voor het neerkomen van rechtsachter verlaat rechtsvoor de bodem, heel even staat het paard op de lateraal van de beide linkerbenen. Daarna (rechtsachter is geland) gaat het rechtervoorbeen naar voor terwijl het paard even op drie benen staat. Vervolgens tilt het paard linksachter op (staat op diagonaal: rechtsachter linksvoor).
* Draf is een diagonale gang. Links-voor en rechts-achter, rechts-voor en links-achter worden tegelijk opgetild en neergezet. Men hoort 'twee hoefslagen'. Het moment tussen de overgang van het ene paar diagonalen naar het andere paar diagonalen heet het 'zweefmoment': alle voeten hebben de bodem verlaten.
* galop is een drietaktgang: men kan tellen: een, twee, drie, pauze. In de rechtergalop zet het paard eerst linksachter neer, vervolgens rechtsachter en linksvoor tegelijk en eindigt met rechtsvoor neerzetten, terwijl ondertussen linksachter de bodem al weer verlaten heeft. Vervolgens tilt het paard ook de diagonaal 'rechtsachter linksvoor' op en heeft alleen rechtsvoor nog contact met de bodem. Daarna volgt het 'zweefmoment', alle hoeven hebben de bodem verlaten. In de linkergalop begint het paard met rechtsachter, vervolgens linksachter en rechtsvoor en eindigt met linksvoor. Drie handelingen, vandaar drietel plus pauze.
* rengalop is een viertaktgang. De gang is bijna hetzelfde als de gewone galop, alleen tilt het paard ieder been afzonderlijk op. Dat zijn dus vier handelingen.
Weinig voorkomende gangen: Telgang en Tölt
De paarden die deze gangen beheersen worden 'gangenpaarden' genoemd.
* Telgang is een manier van bewegen waarbij de voorwaartse verplaatsing van het voor- en achterbeen aan één lichaamszijde tegelijkertijd wordt afgewikkeld, zoals bijv. kamelen ook doen. O.a. IJslandse en Mongoolse paarden beheersen de telgang.
* Ren-telgang is een vorm van telgang die o.a. in snelheidsonderdelen op wedstrijden voor IJslandse paarden gereden wordt, waarbij hoge snelheden worden behaald.
* Pace is gelijk aan de telgang, maar de stappen zijn erg ruim, waarbij de achterbenen ver onder het lichaam worden geplaatst en het hoofd een duidelijke knik maakt. Er is een flat pace en een running pace.
* Tölt zit tussen de telgang en draf in en is een 'viertakt' gang. Alle hoeven worden met een gelijk interval opgetild en neergezet. Er is geen zweefmoment, de ruiter wordt nauwelijks uit het zadel opgegooid. De gang 'zit' daardoor zeer comfortabel. O.a. IJslandse paarden, Aegidiënbergers en verschillende Zuid-Amerikaanse paardenrassen beheersen deze of een soortgelijke gang, die per ras onder een andere naam bekend kan staan.
* Bij westernrijden vraagt men de Jog. Het is een rustige, langzame draf waarbij het paard met zijn hals en hoofd losheid en ontspanning vertoont. Er zijn nog twee paardenrassen die deze gang beheersen: De draver en de Tennessee walking horse.
Gebruik door de mens
Het paard is door de eeuwen heen voor de mens voor allerlei doeleinden zeer waardevol gebleken. Tienduizenden jaren geleden was het paard voor de mens een belangrijke voedselbron. Er bestaan nog rotstekeningen uit die tijd waarin paarden worden afgebeeld. Vermoedelijk kreeg de mens pas in de Jongere Steentijd, die rond 6000 v.Chr. begon, de middelen om grotere dieren te domesticeren. Er wordt wel gedacht dat de Mongolen, die al eerder het rendier hadden onderworpen, er voor het eerst in slaagden het paard te domesticeren. Chinees aardewerk uit circa 3500 v.Chr. ondersteunt deze theorie. Het vermoeden bestaat dat dit ook voor het paard zelf voordelen had, aangezien na de laatste ijstijd de grote open vlakten in voor paarden ongeschikte dichte bossen veranderden.
Een dubbelspan trekpaarden gebruikt in de bosbouw in het Zevengebergte
Een andere theorie gaat ervan uit dat de domesticatie van het paard voor het eerst heeft plaats gevonden in de Zuid-Russische steppe, door mensen van de Sredny Stog-cultuur (omstreeks 4000 v.Chr.). Er bestaan goede redenen om aan te nemen dat de Sredny-Stogmensen voorouders waren van de oer-Indo-Europeanen.
In het wild lopen paarden op onbeslagen hoeven. In het verleden werden hoefijzers als noodzakelijk beschouwd wanneer paarden zware lasten moeten dragen en wanneer zij veel over verharde wegen moeten lopen. Recente ontdekkingen en nieuwe inzichten van onder andere de hoefsmid Jaime Jackson en Pete Ramey en de Duitse veearts Dr. Strasser laten zien dat hoefijzers niet alleen onnodig zijn, maar ook nog eens schadelijk voor de paardenhoef.
Militair gebruik
Het gebruik van het paard voor militaire doeleinden gaat terug tot ongeveer 5000 v.Chr., toen Mongoolse boogschutters op pony's begonnen te rijden. Rond 1200 v.Chr. begon het idee van een cavalerie ook post te vatten in meer westelijke gebieden zoals Egypte en Perzië. Bewaard gebleven zijn de invloedrijke geschriften van paardenkenner Xenophon, een legerofficier uit de Griekse stadstaat Sparta. Rond de 11e eeuw begon men vooral in het westen ook grotere paarden te gebruiken.
In de 15e eeuw werd het paard door de Spaanse veroveraars weer ingevoerd op het Amerikaanse continent, waar het al veel eerder was uitgestorven, en daar later ook veel door de Indianen gebruikt.
Napoleon weigerde om op een paard te rijden dat niet wit was. Zijn lievelingspaard was Marengo, een witte Arabier. Marengo is maar liefst 38 jaar geworden. Hij heeft vallen, schotwonden,… allemaal overleefd. En heeft de laatste jaren van zijn leven doorgebracht in gevangenschap van de overwinnaars van Napoleon.
In de huidige ruitersport zijn veel militaire overblijfselen aanwezig. Zo stijgt men meestal links op. De meeste mensen zijn nu eenmaal rechtshandig - en dragen hun zwaard dus links. Wie links een zwaard draagt, kan niet rechts opstijgen, alleen maar links. De beroemde Spaanse rijschool in Wenen was van origine een militaire academie, waar ruiters en paarden werden opgeleid. En luitenant Caprilli, die de verlichte zit 'uitvond', was op zoek naar een betere manier om in het terrein te kunnen vechten.
In de Tweede Wereldoorlog zetten de Russen nog cavalerie in tegen de Duitsers. Ook in het Duitse leger werden nog paarden gebruikt, voor transport. Tegenwoordig heeft het paard militair gezien vooral een ceremoniële functie. Wel is het paard nog in gebruik bij de bereden politie.
In de Trojaanse oorlog werd het houten Paard van Troje gebruikt om een leger onzichtbaar de stad Troje binnen te smokkelen.
Gebruik in vredestijd
Brugge: Paarden en koetsen tijdens een rustpauze (2005)
Voordat landbouwmachines als de tractor hun intrede deden, werden paarden veel gebruikt in de landbouw, hoewel boeren vaak de voorkeur gaven aan ossen, waarvan het onderhoud goedkoper was. Urgente berichten en de gewone post werden vroeger veelal per paard vervoerd, bijvoorbeeld door de Amerikaanse Pony Express. Het drijven van vee (in Noord-Amerika door zogeheten cowboys, en in Zuid-Amerika door gaucho's) wordt ook nu nog wel per paard gedaan. Paarden worden tegenwoordig nog steeds ingezet voor het verslepen van stammen in de bosbouw, omdat paarden de bodem minder beschadigen dan zware machines.
In steden zoals Amsterdam, Antwerpen, Brugge, Oostende, Rome en Wenen kunnen de toeristen per koets door de stad worden rondgereden.
Het paard in de geneeskunde
In het verleden werd het vet van paardenmanen gebruikt bij brandwonden en als reumazalf. Bij verkoudheid werd paardenmest gekookt en opgedronken. Wie last had van zweren droeg eelt van een paard als amulet. Slangengif kan in lage doses aan paarden worden toegediend. Deze ontwikkelen antistoffen tegen het gif en zo kan hun serum worden gebruikt als tegengif bij de mens.
Patiënten met aplastische anemie kunnen worden behandeld met anti-thymocytenglobuline (ATG). ATG kan geïsoleerd zijn uit paarden- of konijnenserum.
Paarden wordt sinds enkele jaren ook in Europa gebruikt voor de productie van paardenmelk. Deze melk wordt geproduceerd op een paardenmelkerij. Aan paardenmelk worden verschillende positieve eigenschappen toegeschreven. Het product wordt bijvoorbeeld gebruikt door patiënten als middel bij huidaandoeningen zoals atopisch eczeem en psoriasis. Mensen met een koemelkallergie, kunnen vaak wel paardenmelk verdragen. In Mongolië en omliggende landen heeft het drinken van paardenmelk en paardenmelkproducten een lange traditie.
Hippotherapie is een vorm van paardrijden als therapie die wordt aangeboden door maneges die zijn aangesloten bij de Federatie Paardrijden Gehandicapten (FPG).
Sporten
Sporten waarin paarden gebruikt worden zijn onder meer
* Dressuur: Paarden moeten allerlei gymnastische oefeningen laten zien, waaruit de harmonie tussen ruiter en paard blijkt. Hierbij lijkt het alsof alles vanzelf gebeurt, de bewegingen zijn vlot en soepel. Maar in het echt moet de ruiter enorm veel moeite doen om het paard de juiste bewegingen te laten doen. Benen moeten juist liggen, houding correct, handen in de juiste positie en de zit moet mee bewegen.
* Carrousel: Een carrouselgroep bestaat uit 12 of 16 ruiters die samen verbluffende figuren uitvoeren, door op allerlei manieren door elkaar heen te gaan
* Endurance: Lange afstandsritten
* Eventing: Meerdaagse proef ontstaan uit het leger, daarom vroeger "military" genoemd. Ook wel Cross-Country genoemd.
* Gangenwedstrijden: Gangenpaarden (paarden die meer gangen hebben dan de drie basisgangen, stap draf en galop) worden soms op gangenwedstrijden uitgebracht. Ze moeten hier hun drie basisgangen en de andere gangen (tölt, telgang, walk) zo mooi mogelijk lopen. Voor elk ras bestaan eigen wedstrijden.
* Hogeschool dressuur: Acrobatiek voor paarden met oefeningen zoals capriool, levade, piaffe.
* Horseball: Een balsport die wordt gespeeld op de rug van paarden
* Mennen: Recreatief rijden met een koets heet 'mennen'. Er worden regelmatig shows van authentiek gerij gehouden, waarbij het erom gaat geheel 'in stijl' aangekleed een elegante combinatie van paard, tuig, koets, koetsier en inzittenden te presenteren.
* Mensport: De internationaal beoefende topsport met aangespannen paarden heet 'mensport'. Onderdelen zijn: dressuur, marathonrit met hindernissen en behendigheidswedstrijd.
* Paardenrennen: Draverijen, vlakkebaanraces en steeplechases.
* Polo: Teamsport waarbij twee partijen betrokken zijn. De ene ploeg moet proberen een balletje in het doel van de tegenpartij te slaan.
* Polocrosse: Een combinatie van polo en lacrosse. Het is een balsport met teams van zes personen, waarvan er steeds drie op het veld zijn. De bal moet via een stok met een netje eraan in het doel van de tegenpartij gespeeld worden.
* Ringsteken: Een sport waarbij het de bedoeling is om te paard met een lans door een opgehangen ring te steken.
* Springen: Wedstrijd met hindernissen waar de paarden moeten over springen (bijvoorbeeld in een concours hippique). Dit is de een tak in de paardensport die in zekere zin ingaat tegen de natuur van een paard; in de vrije wildbaan zal een paard altijd om een obstakel heen lopen in plaats van er over te springen.
* Tentpegging: Een ruitersport met een unieke combinatie daarvan vormt de beoefening van de vaardigheden met sabel, lans en revolver in het zadel.In vliegende galop werden met de lans houten tentharingen ('tentpegs') uit de grond gewipt en meegevoerd.
* Voltige: Turnen te paard; het paard stapt, draaft of galoppeert terwijl mensen atletische oefeningen doen op zijn rug. Iets dergelijks wordt als onderdeel van de show ook gedaan in het circus.
* Western rijden: Verschillende disciplines zoals; reining, trail, halter, showmanship, pleasure en hunter under saddle.
Paarden worden daarnaast soms gebruikt door jagers, bijvoorbeeld tijdens de vossenjacht in Groot-Brittannië. Ook zijn er hengstenshows, premiekeuringen voor de fokkerij en minder bekende sporten zoals rodeo en gymkhana. Buiten deze sporten rijden veel mensen paard puur voor het plezier op maneges of bijvoorbeeld op ruiterpaden in buitengebieden. Dit laatste wordt recreatief rijden genoemd.
Evolutie van het paard en rassen
schimmel, vos en bruinschimmel in galop
Vermoedelijk stammen alle paardachtigen af van het "Dageraadspaard" (Eohippus) een niet meer dan 50 cm hoog zoogdier dat zo'n 50 miljoen jaar geleden leefde. Via verschillende stadia, waarbij onder andere het aantal tenen afnam, het gebit zich wijzigde en het dier groter werd, ontwikkelde zich uiteindelijk Equus caballus.
De evolutie van het paard is begonnen in Noord-Amerika, van waaruit verschillende soorten paardachtigen in de afgelopen paar miljoen jaar naar Eurazië emigreerden.
Merkwaardig genoeg is het paard in Amerika kort na het einde van de laatste ijstijd uitgestorven (zie: megafauna en Cloviscultuur). Waarschijnlijk kwam dit doordat de eerste mensen enkele duizenden jaren eerder hun intrede in Amerika hadden gedaan. De paarden, niet gewend aan mensen, moesten het afleggen tegen de inmiddels goed ontwikkelde jachttechnieken van de Clovis-jagers. Het zou trouwens onlogisch zijn dat de wilde Amerikaanse paarden, na 22 IJstijden te hebben overleefd, er bij de 23e allemaal de brui aan zouden geven. De tamme en verwilderde paarden die thans in Amerika leven, stammen af van dieren die door de Spanjaarden vanaf ca. 1500 werden ingevoerd.
Paarden in het voorjaar
Door het fokken van paarden door de mens is hun evolutie daarna feitelijk in een stroomversnelling gekomen. Voor verschillende doeleinden zijn verschillende rassen gefokt. De Arabier wordt door velen als het mooiste ras beschouwd. De Lipizzaner wordt in de beroemde Spaanse Rijschool in Wenen gebruikt. Een bekend Nederlands ras is het Friese paard, dat sterk behaard en zwart of heel donkerbruin is. Het staat bekend om zijn lange beenbeharing (behang) en lange manen.
Een ander, niet zo bekend Nederlands ras, is het Groninger paard, dat grotendeels afstamt van de Oud Oldenburgers en Oost-Friese paardenrassen. Dit type paard was in de jaren zestig nog in gebruik in de landbouw, maar werd daarna verdrongen door de tractor. Uiteindelijk was er nog maar één hengst over, die van de slager werd weggekocht. Nu is het Groninger paard een zeldzaam huisdierras.
Onder de Belgische rassen vinden we het Belgisch trekpaard, een groot, struis trekpaard dat uitermate geschikt is voor zware arbeid. Dit paard werd vroeger door bijna elke Belgische boer gebruikt op het veld. Op de foto's staan paarden met gecoupeerde staarten. Dit zogenaamde blokstaarten is zowel in Nederland als in België inmiddels verboden.
Belgisch trekpaard met wintervacht
Moderne Belgische paarden zijn de Belgische Warmbloeden die zeer bekend en succesvol zijn in de paardensport, vooral het springen. Deze paarden worden in het Belgisch Warmbloed Paardenstamboek opgenomen en kunnen van allerlei rassen afstammen. Voornaamste criteria om opgenomen te worden in dit BWP-stamboek zijn de bouw (het 'exterieur'), het karakter en de sportmogelijkheden van het paard. In dit stamboek zijn enkele zeer bekende hengsten terug te vinden : Lugano van La Roche, Flügel van La Roche (eig. fam. Deuss - Ophoven) en Codex (eig. Jean Motmans - Wellen). Deze hengsten hebben zeer zeer veel succesvolle paarden voortgebracht. Zo behaalde de Belg François Mathy met "Gay Luron", een zoon van Flügel en gekweekt in Meeuwen-Gruitrode, op de Olympische Spelen van Montréal in 1976 een bronzen medaille, zowel in de jumping per ploeg als in de individuele jumping.
Wilde paarden
Przewalski's in de Kölner Zoo
De Russische officier, natuuronderzoeker en ontdekkingsreiziger Przewalski ontdekte in 1881 het naar hem genoemde paard. Het wilde Przewalskipaard is een bedreigde diersoort die niet getemd kan worden maar sinds ca. 1960 alleen in dierentuinen leefde. In 1990 werd het weer uitgezet in zijn oorspronkelijke leefgebied Mongolië. Het is een sober paard met een fors, soms ezelachtig hoofd en opstaande manen.
De tarpan, een Europees soort wild paard is helaas uitgestorven.
Verwilderde paarden stammen af van gedomesticeerde voorouders. Voorbeelden zijn de mustangs in de Amerikaanse staat Wyoming en de brumbies in Australië. In Europa komen (ver)wilde(rde) pony's voor in de Franse Camargue en in het Engelse New Forest. In de Hortobágy Puszta en op de Bugac Puszta, het Nationaal Park Kiskunság in Hongarije, treft men nog kuddes 'wilde paarden' aan. In Duitsland bevindt zich nabij Dülmen een natuurreservaat waar een kudde verwilderde pony's leeft (Dülmener). In Nederland worden hier en daar Konik-paarden ingezet voor de begrazing van natuurgebieden.
Vachtkleur
Een cremello beleeft zijn oude dag in een Belgische boomgaard. Aan de doorzichtige huid van de oren is te zien dat dit geen schimmel is.
De kleur van paarden wordt bepaald door hun vacht, maar bij lichtere kleuren mede door hun huid. Van beide is de kleur genetisch bepaald. Paardenrassen die dicht bij hun wilde voorouders staan vertonen vaak nog een zogenaamde aalstreep (vanaf de schoft over de rug naar de staart) en 'zebrastrepen' (aan de achterkant van de voorbenen). Przewalski's hebben ook wel voorop de voorbenen strepen.
De schimmel is een donkerhuidig paard met een dominant gen dat ervoor zorgt dat de haarkleur in de loop der tijd steeds lichter wordt.
De vos (paard) is roodbruin zonder zwarte aftekeningen. De manen en staart zijn een beetje lichter of donkerder dan de lichaamskleur. De vos kan witte aftekeningen hebben op voeten, benen en hoofd. Er zijn verschillende soorten vos, zoals leemvos, koffievos of koolvos. De verschillen worden bepaald door meer of minder aanleg voor roodgouden tinten. De leemvos heeft een lichte, leverkleurige vacht.
Een palomino is egaal goudkleurig met lichte manen en staart. Dit wordt veroorzaakt door een specifiek gen, maar omdat dit gen niet volledig domninant is, geldt dit kleurslag niet als een ras. Een kruising van twee palomino's levert voor de helft palomino's, en een kruising van een cremello met een vos levert gewoonlijk een palomino op. Ook paarden die door een andere gencombinatie toevallig de gouden kleur hebben, worden gewoonlijk als palomino beschouwd.
Een cremello heeft blauwe ogen en een lichte vacht waar de roze huid soms doorheen schijnt. Dit heeft niets te maken met een schimmel die immers een zwarte huid heeft. Sommige cremello's hebben last van de zon, maar zeker niet alle.
Albino's verschillen van cremello's door het nagenoeg ontbreken van pigment en de gewoonlijk slechte ogen. Alle albino's zijn overgevoelig voor zon.
Verzorging
Paardenvoer
Paarden eten vooral gras, kuilgras en hooi maar ook kuilmaïs, voederbieten, melasse een afvalproduct van de suikerindustrie, geplette gerst, zemelen, wortelen enz. Daarnaast is er allerhande paardenbrok, een in de fabriek samengesteld voeder, te verkrijgen, maar dit bevat eigenlijk teveel suiker en zetmeel voor paarden.
Een paard in het wild besteedt 60% van de dag aan eten en daarom is het zinvol om het paard onbeperkt van ruwvoer zoals hooi of gras te voorzien. Ook is het nodig om een liksteen speciaal voor paarden in de wei te plaatsen. Krachtvoer is dan onnodig en zelfs ongezond voor het darmstelsel van het paard. Energierijk krachtvoer voor paarden die veel arbeid moeten verrichten bevat vaak haver.
Oude paarden kunnen vaak geen hooi of gras meer eten doordat hun gebit te ver af gesleten is. Hierdoor vermageren ze sterk. Half 2005 is er een zogenaamde senioren slobber voor deze paarden op de markt gekomen. De droogvoerkorrels worden aangemaakt met water (3 tot 4 liter per kg voer), waarna het door het paard opgeslobberd kan worden.
Ziekten en kreupelheid
Een paard kan net als een mens door meerdere oorzaken ziek worden of pijn hebben. Bij pijn aan een been spreken we van kreupelheid. Kreupelheid wordt ook wel met meerdere namen aangeduid: het paard 'gaat niet rad', 'loopt niet vierkant', 'is niet regelmatig' etc. Kreupelheid kan het beste in draf worden geconstateerd. Ten eerste is het relatief makkelijk te horen in draf op harde bodem. Bij pijn aan een voorbeen 'knikt' het paard met hoofd en hals: het dier 'valt' op het gezonde been, in een poging het pijnlijke been zoveel mogelijk te ontlasten. Bij pijn aan een achterbeen houdt het dier het bekken scheef. Van achter is de pijnlijke helft van het bekken het laagste, omdat het dier zo weinig mogelijk op die voet steunt. Het hoort tot de mogelijkheden dat het dier aan twee voorbenen of twee achterbenen tegelijkertijd pijn heeft, dan is het oog van een deskundige hard nodig. Bij bijvoorbeeld hoefbevangenheid kan een dier aan alle vier benen pijn hebben.
OCD
Een vorm van kreupelheid die de laatste jaren relatief veel voor komt wordt OCD genoemd: osteochondrose dissecans (Latijn voor loslatend kraakbeen). OCD kan ontstaan bij een verstoring van de omvorming van kraakbeen naar bot. Op een bepaalde plaats wordt de laag kraakbeen steeds dikker. Door deze verdikking is de voeding vanuit het gewrichtssmeer niet meer goed mogelijk. De 'aanvoerroute' is te lang. Hierdoor neemt de kwaliteit van het kraakbeen in deze te dikke lagen af. Hierdoor ontstaat minder goed kraakbeen: kraakbeen met scheurtjes. Bij bijv. overbelasting, een beschadiging e.d laten er daadwerkelijk stukjes kraakbeen of bot los. Men noemt deze losse stukjes wel "gewrichtsmuizen" - die door het gewricht gaan zwerven, ingeklemd raken en nog meer beschadiging geven. Daarnaast is de plek waar de "muis" vandaan komt ruw in plaats van glad. Tevens komen uit de afbraakplek van de "muis" stoffen vrij die de productie van te veel en te dun gewrichtssmeer veroorzaken. Het gewricht dit is aangedaan (vaak de knie en de enkel/ het spronggewricht) wordt dik en de smering wordt minder waardoor er artrose kan ontstaan. Daar waar het kraakbeen verdwenen is kan nu gewrichtssmeer in het onderliggende bot dringen met botoplossing tot gevolg, op de röntgenfoto te zien als cysten in het bot.
Mestproductie
Bedrijfsmatig gehouden paarden vallen in de nieuwe meststoffenwet onder de diercategorie graasdieren. Voor alle dieren binnen deze categorie, die buiten grazen, zijn normen vastgesteld voor productie van stikstof en fosfaat in mest. De meeste mest wordt echter afgezet naar de champignonteelt.
Voor paarden zijn deze forfaitaire productienormen afhankelijk van het gewicht:
stikstof fosfaat
Pony’s van 6 maanden en ouder en een gewicht tot ca. 250 kg 17,4 kg 7,5 kg
Pony’s van 6 maanden en ouder en een gewicht van ca. 250 tot ca. 450 kg 29,7 kg 14,2 kg
Paarden van 6 maanden en ouder en een gewicht van ca. 250 kg tot ca. 450 kg 36,6 kg 17,5 kg
Paarden van 6 maanden en ouder en een gewicht zwaarder dan ca. 450 kg 47,6 kg 22,0 kg
Het paard in kunst en cultuur
Het paard heeft al vele kunstenaars geïnspireerd, al vanaf de oudheid. Zo zijn er grotschilderingen die afbeeldingen van het paard laten zien. Eerst werden ze afgebeeld met rechte benen en strakke houding. In de 16e eeuw kwamen de ronde vormen en ging men de bewegingen ontdekken. Van Leonardo da Vinci zijn er schetsen van allerlei paarden in de meest gekke posities te vinden in de kelder van zijn atelier. Later zijn ze op de schilderijen terug te vinden. Net als de blauwe paarden van Franz Marc.
Bekende paarden
Man O'War in 1920
* Amerigo, sinds 1990 de schimmel van Sinterklaas.
* Argus, Bonfire en Salinero van de Nederlandse amazone Anky van Grunsven.
* Het Ros Beiaard.
* Brego, paard van Aragorn in de trilogie In de Ban van de Ring en de afgeleide film The Lord of the Rings, genoemd naar koning Brego.
* Big Ben nam 3x deel aan de Olympische Spelen en heeft een standbeeld in Canada.
* Black, de Zwarte Hengst uit de boeken van Walter Farley.
* Black Beauty, het zwarte paard uit het boek van Anna Sewell, en uit verschillende film- en TV-producties
* Bonfire, zie Argus
* Bucephalus, het paard van Alexander de Grote
* Darco, beroemd Belgisch springpaard en dekhengst.
* Hidalgo uit de gelijknamige film uitgebracht in 1976 en de nieuwe film Hidalgo uit 2004.
* Huaso dit paard sprong op 5 februari 1949 de hoogste hindernis tot nu toe, 2.47m.
* Incitatus, het paard dat door de Romeinse keizer Caligula tot consul werd benoemd.
* Jago, het paard van Johan, de Rode Ridder, zowel in de boeken als in sommige albums uit de stripreeks.
Rocinante, detail van het Madrileense monument voor Cervantes.
* Jasper, tot en met 1989 de schimmel van Sinterklaas; zie ook Amerigo.
* Jolly Jumper, de schimmel uit de Lucky Luke-strips.
* Kluger Hans, het paard waarvan beweerd werd dat hij kon rekenen
* Kos met de Snor uit het Land van Ooit
* Man O' War, volgens sommigen het beroemdste volbloed renpaard aller tijden, bekend uit het gelijknamige boek.
* Marengo, het paard van Napoleon
* Meindert het Paard uit de Fabeltjeskrant.
* Mister Ed, het sprekende paard uit de gelijknamige televisieserie.
* Montender, bekend van de Olympische Spelen
* Phantom, het witte paard van Zorro wanneer hij niet in Los Angeles is.
* Paard van Troje, een houten paard dat symbool werd voor het naïef bewerkstelligen van de eigen ondergang.
* Phar Lap, één van de grootste racepaarden uit de historie.
* Pilgrim en RimRock, uit de film The Horse Whisperer.
* Pegasus, gevleugeld paard uit de Griekse mythologie
* Pie-O-My, Renpaard van Ralph Cifaretto uit de serie The Sopranos.
* Red Rum, het enige paard dat The Grand National drie keer won.
* Rocinante, het paard van Don Quichot uit de roman van Cervantes
* Salinero, zie Argus
* Schaduwvacht, in het Engels Shadowfax, uit de trilogie In de Ban van de Ring en de afgeleide film The Lord of the Rings.
* Seabiscuit, bekend renpaard uit de jaren '30 van de vorige eeuw, vereeuwigd in de gelijknamige film.
* Slecht-weer-vandaag, de schimmel uit de reeks dag Sinterklaas.
Sleipnir met Odin
* Sleipnir het achtbenige paard uit de Noordse mythologie.
* Snuitje,het paard van Henny Huisman.
* Something, sprong in 1975 het verste tot nu toe: 8.40m.
* Spirit uit de gelijknamige animatiefilm.
* Storm Cat, dit is de duurste dekhengst ooit: het kost 500.000 dollar om een merrie door hem te laten dekken.
* Tornado, het paard van Zorro.
* Trigger, het paard uit de The Roy Rogers Show van de zingende cowboy-acteur. Dit paard viel voor dood neer, als een schot klonk. Als Roy Rogers daarna floot, stond het paard weer op.
* Witje, de Knapstrupper van Pippi Langkous.
* Zingaro, het bekende paard van Bartabas, die zijn paardenshow aan hem wijdde.
Een beroemd Shakespeare-citaat is "A horse! A horse! My kingdom for a horse!" ("Een paard! Een paard! Mijn koninkrijk voor een paard!") uit het stuk Richard III, over Richard III van Engeland.
Paarden zijn planteneters (herbivoren), maar geen herkauwers. De voortanden gebruiken ze om gras en dergelijke mee af te rukken, waarna dit door de kiezen vermalen kan worden. Zowel hun gehoor als hun reukvermogen zijn bijzonder goed ontwikkeld. De manen, het lange haar op de bovenzijde van de hals, zijn vermoedelijk ontstaan als bescherming tegen roofdieren zoals katachtigen, die het paard op de rug springen en in de nek bijten. Door dan de aanvaller met bokkende bewegingen van zich af te schudden, verliest het paard enkel wat van zijn manen. De staart wordt gebruikt om insecten te verjagen.
Paarden hebben in het totaal 20 of 18 tanden.Een hengst (mannelijk paard) heeft 2 extra tanden tussen de snijtanden en voorkiezen: de haaktanden. In de boven- en onderkaak hebben een hengst en een merrie : 6 snijtanden, (2) hoektanden, 6 voorkiezen en 6 kiezen. Tussen de snijtanden (voortanden) en de kiezen zitten de tandeloze kaakranden (diasteem), ook wel De Lagen genoemd. Hier ligt het bit op tijdens het rijden.
De grootte (hoogte) van een paard wordt traditioneel gemeten bij de schoft. Bij een schofthoogte tot 1,47m spreekt men van een pony, bij een schofthoogte van 1,47m tot 1,57m spreekt men van een klein paard (ook wel E-pony, of 'damespaard' genoemd) en bij een schofthoogte van 1,57m en hoger spreekt men van een paard.
De schofthoogte van volwassen paarden varieert sterk: de Falabella (een miniatuurpaard) is slechts zo'n 60 cm hoog, terwijl andere rassen bijna twee meter kunnen halen. Het grootste paardenras is de Shire. Een 19e eeuwse Shire ruin genaamd Sampson houdt het record grootste paard ter wereld met in 1850 een schofthoogte van ruim 219 cm (en een gewicht van 1524 kilo, eveneens een wereldrecord). Dit ras wordt voornamelijk als werkpaard gebruikt. De vacht kan zowel effen gekleurd als bont zijn. Veel voorkomende kleuren zijn bruin (met zwarte manen en staart), zwart, voskleurig (bruin-rood), geel en "vaal" (geel-grijs, soms neigend naar bruin of blauw). Het paard is een kuddedier en kan zo'n dertig jaar oud worden.
Paarden leven in kuddeverband. Hun belangrijkste verweer tegen roofdieren is vluchten. Ze werken samen om roofdieren zo snel mogelijk te kunnen ontvluchten. Paarden communiceren met lichaamstaal, in stilte. Hinniken doen wilde paarden alleen in uiterste noodsituaties. De 'familiekudde' wordt geleid door een oudere, ervaren merrie. De kudde telt ongeveer 12 volwassen merries met haar veulens en een paar dekhengsten. Het merendeel van de puberende hengstveulens komt in de zogenaamde hengstenkuddes terecht.
De draagtijd is 11 a 12 maanden, maar ook 13 maanden komt voor. De draagtijd is langer als het paard in het voorjaar moet bevallen, maar ook bij paarden die voor het eerste een veulen krijgen of bij paarden die veel weidegang krijgen. Waarom de draagtijd zoveel varieert is nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat het veulen er geen nadeel van ondervindt. Het veulen probeert al direct na de geboorte te gaan staan en kan zich na een paar uur al redelijk op de been houden. Dit heeft te maken met het feit dat het paard oorspronkelijk op de open vlakte leefde, waar de kudde snel moest kunnen vluchten. Het is belangrijk dat het veulen binnen enkele uren kan drinken bij zijn moeder.
Paardengangen
Draf
Galop
Rengalop
Tölt
Paarden hebben verschillende manieren om zich voort te bewegen ('gangen').
Gebruikelijke gangen: stap, draf, galop en rengalop
* Stap noemt men wel een 'viertakt' gang. Men hoort vier hoefslagen. Er is afwisseling van 'diagonale ondersteuning' en 'laterale' ondersteuning, met daartussen telkens periodes dat het paard op drie benen staat. Paard tilt bijvoorbeeld eerst links voor op en staat op drie benen. Dan verlaat rechtsachter de bodem (paard staat op diagonaal: linksachter rechtsvoor). Linksvoor landt weer (paard op drie benen, alleen rechtsachter is in de lucht). Paard brengt rechtsachter naar voor en vlak voor het neerkomen van rechtsachter verlaat rechtsvoor de bodem, heel even staat het paard op de lateraal van de beide linkerbenen. Daarna (rechtsachter is geland) gaat het rechtervoorbeen naar voor terwijl het paard even op drie benen staat. Vervolgens tilt het paard linksachter op (staat op diagonaal: rechtsachter linksvoor).
* Draf is een diagonale gang. Links-voor en rechts-achter, rechts-voor en links-achter worden tegelijk opgetild en neergezet. Men hoort 'twee hoefslagen'. Het moment tussen de overgang van het ene paar diagonalen naar het andere paar diagonalen heet het 'zweefmoment': alle voeten hebben de bodem verlaten.
* galop is een drietaktgang: men kan tellen: een, twee, drie, pauze. In de rechtergalop zet het paard eerst linksachter neer, vervolgens rechtsachter en linksvoor tegelijk en eindigt met rechtsvoor neerzetten, terwijl ondertussen linksachter de bodem al weer verlaten heeft. Vervolgens tilt het paard ook de diagonaal 'rechtsachter linksvoor' op en heeft alleen rechtsvoor nog contact met de bodem. Daarna volgt het 'zweefmoment', alle hoeven hebben de bodem verlaten. In de linkergalop begint het paard met rechtsachter, vervolgens linksachter en rechtsvoor en eindigt met linksvoor. Drie handelingen, vandaar drietel plus pauze.
* rengalop is een viertaktgang. De gang is bijna hetzelfde als de gewone galop, alleen tilt het paard ieder been afzonderlijk op. Dat zijn dus vier handelingen.
Weinig voorkomende gangen: Telgang en Tölt
De paarden die deze gangen beheersen worden 'gangenpaarden' genoemd.
* Telgang is een manier van bewegen waarbij de voorwaartse verplaatsing van het voor- en achterbeen aan één lichaamszijde tegelijkertijd wordt afgewikkeld, zoals bijv. kamelen ook doen. O.a. IJslandse en Mongoolse paarden beheersen de telgang.
* Ren-telgang is een vorm van telgang die o.a. in snelheidsonderdelen op wedstrijden voor IJslandse paarden gereden wordt, waarbij hoge snelheden worden behaald.
* Pace is gelijk aan de telgang, maar de stappen zijn erg ruim, waarbij de achterbenen ver onder het lichaam worden geplaatst en het hoofd een duidelijke knik maakt. Er is een flat pace en een running pace.
* Tölt zit tussen de telgang en draf in en is een 'viertakt' gang. Alle hoeven worden met een gelijk interval opgetild en neergezet. Er is geen zweefmoment, de ruiter wordt nauwelijks uit het zadel opgegooid. De gang 'zit' daardoor zeer comfortabel. O.a. IJslandse paarden, Aegidiënbergers en verschillende Zuid-Amerikaanse paardenrassen beheersen deze of een soortgelijke gang, die per ras onder een andere naam bekend kan staan.
* Bij westernrijden vraagt men de Jog. Het is een rustige, langzame draf waarbij het paard met zijn hals en hoofd losheid en ontspanning vertoont. Er zijn nog twee paardenrassen die deze gang beheersen: De draver en de Tennessee walking horse.
Gebruik door de mens
Het paard is door de eeuwen heen voor de mens voor allerlei doeleinden zeer waardevol gebleken. Tienduizenden jaren geleden was het paard voor de mens een belangrijke voedselbron. Er bestaan nog rotstekeningen uit die tijd waarin paarden worden afgebeeld. Vermoedelijk kreeg de mens pas in de Jongere Steentijd, die rond 6000 v.Chr. begon, de middelen om grotere dieren te domesticeren. Er wordt wel gedacht dat de Mongolen, die al eerder het rendier hadden onderworpen, er voor het eerst in slaagden het paard te domesticeren. Chinees aardewerk uit circa 3500 v.Chr. ondersteunt deze theorie. Het vermoeden bestaat dat dit ook voor het paard zelf voordelen had, aangezien na de laatste ijstijd de grote open vlakten in voor paarden ongeschikte dichte bossen veranderden.
Een dubbelspan trekpaarden gebruikt in de bosbouw in het Zevengebergte
Een andere theorie gaat ervan uit dat de domesticatie van het paard voor het eerst heeft plaats gevonden in de Zuid-Russische steppe, door mensen van de Sredny Stog-cultuur (omstreeks 4000 v.Chr.). Er bestaan goede redenen om aan te nemen dat de Sredny-Stogmensen voorouders waren van de oer-Indo-Europeanen.
In het wild lopen paarden op onbeslagen hoeven. In het verleden werden hoefijzers als noodzakelijk beschouwd wanneer paarden zware lasten moeten dragen en wanneer zij veel over verharde wegen moeten lopen. Recente ontdekkingen en nieuwe inzichten van onder andere de hoefsmid Jaime Jackson en Pete Ramey en de Duitse veearts Dr. Strasser laten zien dat hoefijzers niet alleen onnodig zijn, maar ook nog eens schadelijk voor de paardenhoef.
Militair gebruik
Het gebruik van het paard voor militaire doeleinden gaat terug tot ongeveer 5000 v.Chr., toen Mongoolse boogschutters op pony's begonnen te rijden. Rond 1200 v.Chr. begon het idee van een cavalerie ook post te vatten in meer westelijke gebieden zoals Egypte en Perzië. Bewaard gebleven zijn de invloedrijke geschriften van paardenkenner Xenophon, een legerofficier uit de Griekse stadstaat Sparta. Rond de 11e eeuw begon men vooral in het westen ook grotere paarden te gebruiken.
In de 15e eeuw werd het paard door de Spaanse veroveraars weer ingevoerd op het Amerikaanse continent, waar het al veel eerder was uitgestorven, en daar later ook veel door de Indianen gebruikt.
Napoleon weigerde om op een paard te rijden dat niet wit was. Zijn lievelingspaard was Marengo, een witte Arabier. Marengo is maar liefst 38 jaar geworden. Hij heeft vallen, schotwonden,… allemaal overleefd. En heeft de laatste jaren van zijn leven doorgebracht in gevangenschap van de overwinnaars van Napoleon.
In de huidige ruitersport zijn veel militaire overblijfselen aanwezig. Zo stijgt men meestal links op. De meeste mensen zijn nu eenmaal rechtshandig - en dragen hun zwaard dus links. Wie links een zwaard draagt, kan niet rechts opstijgen, alleen maar links. De beroemde Spaanse rijschool in Wenen was van origine een militaire academie, waar ruiters en paarden werden opgeleid. En luitenant Caprilli, die de verlichte zit 'uitvond', was op zoek naar een betere manier om in het terrein te kunnen vechten.
In de Tweede Wereldoorlog zetten de Russen nog cavalerie in tegen de Duitsers. Ook in het Duitse leger werden nog paarden gebruikt, voor transport. Tegenwoordig heeft het paard militair gezien vooral een ceremoniële functie. Wel is het paard nog in gebruik bij de bereden politie.
In de Trojaanse oorlog werd het houten Paard van Troje gebruikt om een leger onzichtbaar de stad Troje binnen te smokkelen.
Gebruik in vredestijd
Brugge: Paarden en koetsen tijdens een rustpauze (2005)
Voordat landbouwmachines als de tractor hun intrede deden, werden paarden veel gebruikt in de landbouw, hoewel boeren vaak de voorkeur gaven aan ossen, waarvan het onderhoud goedkoper was. Urgente berichten en de gewone post werden vroeger veelal per paard vervoerd, bijvoorbeeld door de Amerikaanse Pony Express. Het drijven van vee (in Noord-Amerika door zogeheten cowboys, en in Zuid-Amerika door gaucho's) wordt ook nu nog wel per paard gedaan. Paarden worden tegenwoordig nog steeds ingezet voor het verslepen van stammen in de bosbouw, omdat paarden de bodem minder beschadigen dan zware machines.
In steden zoals Amsterdam, Antwerpen, Brugge, Oostende, Rome en Wenen kunnen de toeristen per koets door de stad worden rondgereden.
Het paard in de geneeskunde
In het verleden werd het vet van paardenmanen gebruikt bij brandwonden en als reumazalf. Bij verkoudheid werd paardenmest gekookt en opgedronken. Wie last had van zweren droeg eelt van een paard als amulet. Slangengif kan in lage doses aan paarden worden toegediend. Deze ontwikkelen antistoffen tegen het gif en zo kan hun serum worden gebruikt als tegengif bij de mens.
Patiënten met aplastische anemie kunnen worden behandeld met anti-thymocytenglobuline (ATG). ATG kan geïsoleerd zijn uit paarden- of konijnenserum.
Paarden wordt sinds enkele jaren ook in Europa gebruikt voor de productie van paardenmelk. Deze melk wordt geproduceerd op een paardenmelkerij. Aan paardenmelk worden verschillende positieve eigenschappen toegeschreven. Het product wordt bijvoorbeeld gebruikt door patiënten als middel bij huidaandoeningen zoals atopisch eczeem en psoriasis. Mensen met een koemelkallergie, kunnen vaak wel paardenmelk verdragen. In Mongolië en omliggende landen heeft het drinken van paardenmelk en paardenmelkproducten een lange traditie.
Hippotherapie is een vorm van paardrijden als therapie die wordt aangeboden door maneges die zijn aangesloten bij de Federatie Paardrijden Gehandicapten (FPG).
Sporten
Sporten waarin paarden gebruikt worden zijn onder meer
* Dressuur: Paarden moeten allerlei gymnastische oefeningen laten zien, waaruit de harmonie tussen ruiter en paard blijkt. Hierbij lijkt het alsof alles vanzelf gebeurt, de bewegingen zijn vlot en soepel. Maar in het echt moet de ruiter enorm veel moeite doen om het paard de juiste bewegingen te laten doen. Benen moeten juist liggen, houding correct, handen in de juiste positie en de zit moet mee bewegen.
* Carrousel: Een carrouselgroep bestaat uit 12 of 16 ruiters die samen verbluffende figuren uitvoeren, door op allerlei manieren door elkaar heen te gaan
* Endurance: Lange afstandsritten
* Eventing: Meerdaagse proef ontstaan uit het leger, daarom vroeger "military" genoemd. Ook wel Cross-Country genoemd.
* Gangenwedstrijden: Gangenpaarden (paarden die meer gangen hebben dan de drie basisgangen, stap draf en galop) worden soms op gangenwedstrijden uitgebracht. Ze moeten hier hun drie basisgangen en de andere gangen (tölt, telgang, walk) zo mooi mogelijk lopen. Voor elk ras bestaan eigen wedstrijden.
* Hogeschool dressuur: Acrobatiek voor paarden met oefeningen zoals capriool, levade, piaffe.
* Horseball: Een balsport die wordt gespeeld op de rug van paarden
* Mennen: Recreatief rijden met een koets heet 'mennen'. Er worden regelmatig shows van authentiek gerij gehouden, waarbij het erom gaat geheel 'in stijl' aangekleed een elegante combinatie van paard, tuig, koets, koetsier en inzittenden te presenteren.
* Mensport: De internationaal beoefende topsport met aangespannen paarden heet 'mensport'. Onderdelen zijn: dressuur, marathonrit met hindernissen en behendigheidswedstrijd.
* Paardenrennen: Draverijen, vlakkebaanraces en steeplechases.
* Polo: Teamsport waarbij twee partijen betrokken zijn. De ene ploeg moet proberen een balletje in het doel van de tegenpartij te slaan.
* Polocrosse: Een combinatie van polo en lacrosse. Het is een balsport met teams van zes personen, waarvan er steeds drie op het veld zijn. De bal moet via een stok met een netje eraan in het doel van de tegenpartij gespeeld worden.
* Ringsteken: Een sport waarbij het de bedoeling is om te paard met een lans door een opgehangen ring te steken.
* Springen: Wedstrijd met hindernissen waar de paarden moeten over springen (bijvoorbeeld in een concours hippique). Dit is de een tak in de paardensport die in zekere zin ingaat tegen de natuur van een paard; in de vrije wildbaan zal een paard altijd om een obstakel heen lopen in plaats van er over te springen.
* Tentpegging: Een ruitersport met een unieke combinatie daarvan vormt de beoefening van de vaardigheden met sabel, lans en revolver in het zadel.In vliegende galop werden met de lans houten tentharingen ('tentpegs') uit de grond gewipt en meegevoerd.
* Voltige: Turnen te paard; het paard stapt, draaft of galoppeert terwijl mensen atletische oefeningen doen op zijn rug. Iets dergelijks wordt als onderdeel van de show ook gedaan in het circus.
* Western rijden: Verschillende disciplines zoals; reining, trail, halter, showmanship, pleasure en hunter under saddle.
Paarden worden daarnaast soms gebruikt door jagers, bijvoorbeeld tijdens de vossenjacht in Groot-Brittannië. Ook zijn er hengstenshows, premiekeuringen voor de fokkerij en minder bekende sporten zoals rodeo en gymkhana. Buiten deze sporten rijden veel mensen paard puur voor het plezier op maneges of bijvoorbeeld op ruiterpaden in buitengebieden. Dit laatste wordt recreatief rijden genoemd.
Evolutie van het paard en rassen
schimmel, vos en bruinschimmel in galop
Vermoedelijk stammen alle paardachtigen af van het "Dageraadspaard" (Eohippus) een niet meer dan 50 cm hoog zoogdier dat zo'n 50 miljoen jaar geleden leefde. Via verschillende stadia, waarbij onder andere het aantal tenen afnam, het gebit zich wijzigde en het dier groter werd, ontwikkelde zich uiteindelijk Equus caballus.
De evolutie van het paard is begonnen in Noord-Amerika, van waaruit verschillende soorten paardachtigen in de afgelopen paar miljoen jaar naar Eurazië emigreerden.
Merkwaardig genoeg is het paard in Amerika kort na het einde van de laatste ijstijd uitgestorven (zie: megafauna en Cloviscultuur). Waarschijnlijk kwam dit doordat de eerste mensen enkele duizenden jaren eerder hun intrede in Amerika hadden gedaan. De paarden, niet gewend aan mensen, moesten het afleggen tegen de inmiddels goed ontwikkelde jachttechnieken van de Clovis-jagers. Het zou trouwens onlogisch zijn dat de wilde Amerikaanse paarden, na 22 IJstijden te hebben overleefd, er bij de 23e allemaal de brui aan zouden geven. De tamme en verwilderde paarden die thans in Amerika leven, stammen af van dieren die door de Spanjaarden vanaf ca. 1500 werden ingevoerd.
Paarden in het voorjaar
Door het fokken van paarden door de mens is hun evolutie daarna feitelijk in een stroomversnelling gekomen. Voor verschillende doeleinden zijn verschillende rassen gefokt. De Arabier wordt door velen als het mooiste ras beschouwd. De Lipizzaner wordt in de beroemde Spaanse Rijschool in Wenen gebruikt. Een bekend Nederlands ras is het Friese paard, dat sterk behaard en zwart of heel donkerbruin is. Het staat bekend om zijn lange beenbeharing (behang) en lange manen.
Een ander, niet zo bekend Nederlands ras, is het Groninger paard, dat grotendeels afstamt van de Oud Oldenburgers en Oost-Friese paardenrassen. Dit type paard was in de jaren zestig nog in gebruik in de landbouw, maar werd daarna verdrongen door de tractor. Uiteindelijk was er nog maar één hengst over, die van de slager werd weggekocht. Nu is het Groninger paard een zeldzaam huisdierras.
Onder de Belgische rassen vinden we het Belgisch trekpaard, een groot, struis trekpaard dat uitermate geschikt is voor zware arbeid. Dit paard werd vroeger door bijna elke Belgische boer gebruikt op het veld. Op de foto's staan paarden met gecoupeerde staarten. Dit zogenaamde blokstaarten is zowel in Nederland als in België inmiddels verboden.
Belgisch trekpaard met wintervacht
Moderne Belgische paarden zijn de Belgische Warmbloeden die zeer bekend en succesvol zijn in de paardensport, vooral het springen. Deze paarden worden in het Belgisch Warmbloed Paardenstamboek opgenomen en kunnen van allerlei rassen afstammen. Voornaamste criteria om opgenomen te worden in dit BWP-stamboek zijn de bouw (het 'exterieur'), het karakter en de sportmogelijkheden van het paard. In dit stamboek zijn enkele zeer bekende hengsten terug te vinden : Lugano van La Roche, Flügel van La Roche (eig. fam. Deuss - Ophoven) en Codex (eig. Jean Motmans - Wellen). Deze hengsten hebben zeer zeer veel succesvolle paarden voortgebracht. Zo behaalde de Belg François Mathy met "Gay Luron", een zoon van Flügel en gekweekt in Meeuwen-Gruitrode, op de Olympische Spelen van Montréal in 1976 een bronzen medaille, zowel in de jumping per ploeg als in de individuele jumping.
Wilde paarden
Przewalski's in de Kölner Zoo
De Russische officier, natuuronderzoeker en ontdekkingsreiziger Przewalski ontdekte in 1881 het naar hem genoemde paard. Het wilde Przewalskipaard is een bedreigde diersoort die niet getemd kan worden maar sinds ca. 1960 alleen in dierentuinen leefde. In 1990 werd het weer uitgezet in zijn oorspronkelijke leefgebied Mongolië. Het is een sober paard met een fors, soms ezelachtig hoofd en opstaande manen.
De tarpan, een Europees soort wild paard is helaas uitgestorven.
Verwilderde paarden stammen af van gedomesticeerde voorouders. Voorbeelden zijn de mustangs in de Amerikaanse staat Wyoming en de brumbies in Australië. In Europa komen (ver)wilde(rde) pony's voor in de Franse Camargue en in het Engelse New Forest. In de Hortobágy Puszta en op de Bugac Puszta, het Nationaal Park Kiskunság in Hongarije, treft men nog kuddes 'wilde paarden' aan. In Duitsland bevindt zich nabij Dülmen een natuurreservaat waar een kudde verwilderde pony's leeft (Dülmener). In Nederland worden hier en daar Konik-paarden ingezet voor de begrazing van natuurgebieden.
Vachtkleur
Een cremello beleeft zijn oude dag in een Belgische boomgaard. Aan de doorzichtige huid van de oren is te zien dat dit geen schimmel is.
De kleur van paarden wordt bepaald door hun vacht, maar bij lichtere kleuren mede door hun huid. Van beide is de kleur genetisch bepaald. Paardenrassen die dicht bij hun wilde voorouders staan vertonen vaak nog een zogenaamde aalstreep (vanaf de schoft over de rug naar de staart) en 'zebrastrepen' (aan de achterkant van de voorbenen). Przewalski's hebben ook wel voorop de voorbenen strepen.
De schimmel is een donkerhuidig paard met een dominant gen dat ervoor zorgt dat de haarkleur in de loop der tijd steeds lichter wordt.
De vos (paard) is roodbruin zonder zwarte aftekeningen. De manen en staart zijn een beetje lichter of donkerder dan de lichaamskleur. De vos kan witte aftekeningen hebben op voeten, benen en hoofd. Er zijn verschillende soorten vos, zoals leemvos, koffievos of koolvos. De verschillen worden bepaald door meer of minder aanleg voor roodgouden tinten. De leemvos heeft een lichte, leverkleurige vacht.
Een palomino is egaal goudkleurig met lichte manen en staart. Dit wordt veroorzaakt door een specifiek gen, maar omdat dit gen niet volledig domninant is, geldt dit kleurslag niet als een ras. Een kruising van twee palomino's levert voor de helft palomino's, en een kruising van een cremello met een vos levert gewoonlijk een palomino op. Ook paarden die door een andere gencombinatie toevallig de gouden kleur hebben, worden gewoonlijk als palomino beschouwd.
Een cremello heeft blauwe ogen en een lichte vacht waar de roze huid soms doorheen schijnt. Dit heeft niets te maken met een schimmel die immers een zwarte huid heeft. Sommige cremello's hebben last van de zon, maar zeker niet alle.
Albino's verschillen van cremello's door het nagenoeg ontbreken van pigment en de gewoonlijk slechte ogen. Alle albino's zijn overgevoelig voor zon.
Verzorging
Paardenvoer
Paarden eten vooral gras, kuilgras en hooi maar ook kuilmaïs, voederbieten, melasse een afvalproduct van de suikerindustrie, geplette gerst, zemelen, wortelen enz. Daarnaast is er allerhande paardenbrok, een in de fabriek samengesteld voeder, te verkrijgen, maar dit bevat eigenlijk teveel suiker en zetmeel voor paarden.
Een paard in het wild besteedt 60% van de dag aan eten en daarom is het zinvol om het paard onbeperkt van ruwvoer zoals hooi of gras te voorzien. Ook is het nodig om een liksteen speciaal voor paarden in de wei te plaatsen. Krachtvoer is dan onnodig en zelfs ongezond voor het darmstelsel van het paard. Energierijk krachtvoer voor paarden die veel arbeid moeten verrichten bevat vaak haver.
Oude paarden kunnen vaak geen hooi of gras meer eten doordat hun gebit te ver af gesleten is. Hierdoor vermageren ze sterk. Half 2005 is er een zogenaamde senioren slobber voor deze paarden op de markt gekomen. De droogvoerkorrels worden aangemaakt met water (3 tot 4 liter per kg voer), waarna het door het paard opgeslobberd kan worden.
Ziekten en kreupelheid
Een paard kan net als een mens door meerdere oorzaken ziek worden of pijn hebben. Bij pijn aan een been spreken we van kreupelheid. Kreupelheid wordt ook wel met meerdere namen aangeduid: het paard 'gaat niet rad', 'loopt niet vierkant', 'is niet regelmatig' etc. Kreupelheid kan het beste in draf worden geconstateerd. Ten eerste is het relatief makkelijk te horen in draf op harde bodem. Bij pijn aan een voorbeen 'knikt' het paard met hoofd en hals: het dier 'valt' op het gezonde been, in een poging het pijnlijke been zoveel mogelijk te ontlasten. Bij pijn aan een achterbeen houdt het dier het bekken scheef. Van achter is de pijnlijke helft van het bekken het laagste, omdat het dier zo weinig mogelijk op die voet steunt. Het hoort tot de mogelijkheden dat het dier aan twee voorbenen of twee achterbenen tegelijkertijd pijn heeft, dan is het oog van een deskundige hard nodig. Bij bijvoorbeeld hoefbevangenheid kan een dier aan alle vier benen pijn hebben.
OCD
Een vorm van kreupelheid die de laatste jaren relatief veel voor komt wordt OCD genoemd: osteochondrose dissecans (Latijn voor loslatend kraakbeen). OCD kan ontstaan bij een verstoring van de omvorming van kraakbeen naar bot. Op een bepaalde plaats wordt de laag kraakbeen steeds dikker. Door deze verdikking is de voeding vanuit het gewrichtssmeer niet meer goed mogelijk. De 'aanvoerroute' is te lang. Hierdoor neemt de kwaliteit van het kraakbeen in deze te dikke lagen af. Hierdoor ontstaat minder goed kraakbeen: kraakbeen met scheurtjes. Bij bijv. overbelasting, een beschadiging e.d laten er daadwerkelijk stukjes kraakbeen of bot los. Men noemt deze losse stukjes wel "gewrichtsmuizen" - die door het gewricht gaan zwerven, ingeklemd raken en nog meer beschadiging geven. Daarnaast is de plek waar de "muis" vandaan komt ruw in plaats van glad. Tevens komen uit de afbraakplek van de "muis" stoffen vrij die de productie van te veel en te dun gewrichtssmeer veroorzaken. Het gewricht dit is aangedaan (vaak de knie en de enkel/ het spronggewricht) wordt dik en de smering wordt minder waardoor er artrose kan ontstaan. Daar waar het kraakbeen verdwenen is kan nu gewrichtssmeer in het onderliggende bot dringen met botoplossing tot gevolg, op de röntgenfoto te zien als cysten in het bot.
Mestproductie
Bedrijfsmatig gehouden paarden vallen in de nieuwe meststoffenwet onder de diercategorie graasdieren. Voor alle dieren binnen deze categorie, die buiten grazen, zijn normen vastgesteld voor productie van stikstof en fosfaat in mest. De meeste mest wordt echter afgezet naar de champignonteelt.
Voor paarden zijn deze forfaitaire productienormen afhankelijk van het gewicht:
stikstof fosfaat
Pony’s van 6 maanden en ouder en een gewicht tot ca. 250 kg 17,4 kg 7,5 kg
Pony’s van 6 maanden en ouder en een gewicht van ca. 250 tot ca. 450 kg 29,7 kg 14,2 kg
Paarden van 6 maanden en ouder en een gewicht van ca. 250 kg tot ca. 450 kg 36,6 kg 17,5 kg
Paarden van 6 maanden en ouder en een gewicht zwaarder dan ca. 450 kg 47,6 kg 22,0 kg
Het paard in kunst en cultuur
Het paard heeft al vele kunstenaars geïnspireerd, al vanaf de oudheid. Zo zijn er grotschilderingen die afbeeldingen van het paard laten zien. Eerst werden ze afgebeeld met rechte benen en strakke houding. In de 16e eeuw kwamen de ronde vormen en ging men de bewegingen ontdekken. Van Leonardo da Vinci zijn er schetsen van allerlei paarden in de meest gekke posities te vinden in de kelder van zijn atelier. Later zijn ze op de schilderijen terug te vinden. Net als de blauwe paarden van Franz Marc.
Bekende paarden
Man O'War in 1920
* Amerigo, sinds 1990 de schimmel van Sinterklaas.
* Argus, Bonfire en Salinero van de Nederlandse amazone Anky van Grunsven.
* Het Ros Beiaard.
* Brego, paard van Aragorn in de trilogie In de Ban van de Ring en de afgeleide film The Lord of the Rings, genoemd naar koning Brego.
* Big Ben nam 3x deel aan de Olympische Spelen en heeft een standbeeld in Canada.
* Black, de Zwarte Hengst uit de boeken van Walter Farley.
* Black Beauty, het zwarte paard uit het boek van Anna Sewell, en uit verschillende film- en TV-producties
* Bonfire, zie Argus
* Bucephalus, het paard van Alexander de Grote
* Darco, beroemd Belgisch springpaard en dekhengst.
* Hidalgo uit de gelijknamige film uitgebracht in 1976 en de nieuwe film Hidalgo uit 2004.
* Huaso dit paard sprong op 5 februari 1949 de hoogste hindernis tot nu toe, 2.47m.
* Incitatus, het paard dat door de Romeinse keizer Caligula tot consul werd benoemd.
* Jago, het paard van Johan, de Rode Ridder, zowel in de boeken als in sommige albums uit de stripreeks.
Rocinante, detail van het Madrileense monument voor Cervantes.
* Jasper, tot en met 1989 de schimmel van Sinterklaas; zie ook Amerigo.
* Jolly Jumper, de schimmel uit de Lucky Luke-strips.
* Kluger Hans, het paard waarvan beweerd werd dat hij kon rekenen
* Kos met de Snor uit het Land van Ooit
* Man O' War, volgens sommigen het beroemdste volbloed renpaard aller tijden, bekend uit het gelijknamige boek.
* Marengo, het paard van Napoleon
* Meindert het Paard uit de Fabeltjeskrant.
* Mister Ed, het sprekende paard uit de gelijknamige televisieserie.
* Montender, bekend van de Olympische Spelen
* Phantom, het witte paard van Zorro wanneer hij niet in Los Angeles is.
* Paard van Troje, een houten paard dat symbool werd voor het naïef bewerkstelligen van de eigen ondergang.
* Phar Lap, één van de grootste racepaarden uit de historie.
* Pilgrim en RimRock, uit de film The Horse Whisperer.
* Pegasus, gevleugeld paard uit de Griekse mythologie
* Pie-O-My, Renpaard van Ralph Cifaretto uit de serie The Sopranos.
* Red Rum, het enige paard dat The Grand National drie keer won.
* Rocinante, het paard van Don Quichot uit de roman van Cervantes
* Salinero, zie Argus
* Schaduwvacht, in het Engels Shadowfax, uit de trilogie In de Ban van de Ring en de afgeleide film The Lord of the Rings.
* Seabiscuit, bekend renpaard uit de jaren '30 van de vorige eeuw, vereeuwigd in de gelijknamige film.
* Slecht-weer-vandaag, de schimmel uit de reeks dag Sinterklaas.
Sleipnir met Odin
* Sleipnir het achtbenige paard uit de Noordse mythologie.
* Snuitje,het paard van Henny Huisman.
* Something, sprong in 1975 het verste tot nu toe: 8.40m.
* Spirit uit de gelijknamige animatiefilm.
* Storm Cat, dit is de duurste dekhengst ooit: het kost 500.000 dollar om een merrie door hem te laten dekken.
* Tornado, het paard van Zorro.
* Trigger, het paard uit de The Roy Rogers Show van de zingende cowboy-acteur. Dit paard viel voor dood neer, als een schot klonk. Als Roy Rogers daarna floot, stond het paard weer op.
* Witje, de Knapstrupper van Pippi Langkous.
* Zingaro, het bekende paard van Bartabas, die zijn paardenshow aan hem wijdde.
Een beroemd Shakespeare-citaat is "A horse! A horse! My kingdom for a horse!" ("Een paard! Een paard! Mijn koninkrijk voor een paard!") uit het stuk Richard III, over Richard III van Engeland.
Western
Westernrijden is een Amerikaanse rijstijl van het paardrijden, maar alleen in de Pleasure klasse, (neckreining) op een paard met een westernzadel waaronder een deken of dek (de z.g. pad) zit. Het hoofdstel heeft (meestal) geen neusriem. Met losse = doorhangende, géén weggeworpen, teugels rijden is hierbij een einddoel. Meestal wordt gebruik gemaakt van zogenaamde split reins (niet gesloten), hoewel ook gesloten teugels voorkomen die eindigen in een stukje leer te gebruiken als zweep (romal met squirt).
Bij het eenhandige rijden wordt gebruik gemaakt van z.g bits with shanks (stang met scharen). Het paard en de ruiter moeten één team vormen. Ze moeten elkaar volledig vertrouwen. De ruiter mag niet bang zijn dat zijn paard zou kunnen schrikken van het vee of de hindernissen die het moet nemen. Het paard moet op de ruiter vertrouwen, deze moet hem vertrouwen geven en laten merken dat er niets aan de hand is. Er wordt western gereden met een grote verscheidenheid aan paarden. Hoewel elk paard hiervoor geschikt is worden op wedstrijdniveau voornamelijk paarden als Quarterhorse, Appaloosa en Paints gebruikt. Voor werken met vee is het belangrijk dat een paard "cow-sense" heeft. Dat betekent dat het paard het vee goed aanvoelt en er niet bang voor is.
Westernrijden vindt zijn oorsprong in het werk van de Amerikaanse cowboy. De western rijstijl wint aan belangstelling, zowel bij recreatieruiters als wedstrijdruiters. De discipline kan worden onderverdeeld in vier hoofdklassen: keuringen, dressuur, snelheidsspelen en werken met paard en vee (werkend element).
Halter
Hieronder valt de 'Halter', dit is een rastypische keuring net zoals bij andere paardenrassen c.q. dierenrassen gebruikelijk is. Het is wel een rastypsch geheel, dus paarden van verschillende rassen komen niet bij elkaar in.
Dressuur
Dressuur val onder te verdelen in 'Showmanship at Halter', 'Trail', 'Western Pleasure', 'Hunter under Saddle', 'Western Horsemanship', 'Western Riding', 'Reining' en 'Versatile Horse'.
Showmanship at Halter
Bij showmanship at halter wordt gekeken naar het vakmanschap van degene die die het paard showt en niet naar de rastypische kenmerken. Vandaar dat het ook onder de dressuur hoofdgroep valt.
Trail
De benaming trail slaat op het spoor dat normaal in de vrije natuur wordt gevolgd. In de arena worden de hindernissen nagebootst, zoals een hek openen en sluiten, over balken heen stappen, draven of galopperen, een brug overlopen, in een vierkantje een heel rondje om zijn eigen as draaien (een soort kleine spin, pirouette) en achterwaarts gaan volgens een bepaald patroon (vaak een L-figuur). Naast deze verplichte onderdelen kan de trail worden aangevuld met andere hindernissen, zoals een denkbeeldige sloot, het vervoeren van een object of diverse hindernissen waarbij het paard zich achterwaarts en zijwaarts moet bewegen.
Western Pleasure
De deelnemers stappen samen de arena in en moeten aan de wand (rail) blijven. Passeren is toegestaan, maar de ruiter mag geen cirkels rijden of de arena oversteken. De drie verschillende gangen - draf, stap en galop - worden op zowel de linker- als de rechterhand getoond. De gang die doorzittend wordt gereden (jog) is erg belangrijk. Het is een langzaam gereden draf die beslist niet sloffend op de voorhand mag worden gereden. De draf (trot) is pas de laatste jaren in zwang gekomen en wordt sindsdien op de wedstrijden gevraagd. Bij het commando 'reverse' maken de deelnemers een draai van 180 graden en veranderen zo van hand. Een te hoge of te lage snelheid, verkeerde gang op het gevraagde moment, verzet van het paard, te diepe of te hoge halshouding van het paard of 'break of gait' (uit de betreffende gang vallen), worden als overtreding aangemerkt. Het paard moet gereden worden zonder overmatige of storende correcties van de ruiter.
Dit hoeft niet aan losse teugel, maar dit geeft wel een indicatie voor de africhtingsgraad. De zwaarte van de proef ligt op het aangenaam te rijden zijn van het paard. en de gehoorzaamheid
Western Horsemanship
Western Horsemanship bestaat uit twee onderdelen. Het eerste gedeelte is individueel: de combinatie moet een bepaald pattern (proef) rijden, waarin doorgaans een draf, galop, backup, een draai om de achterhand en oefeningen zijn opgenomen (cirkels/wijken/e.d.). Bij het tweede gedeelte moeten alle ruiters een stukje Pleasure rijden (zie vorige beschrijving). Dit heet railwork. Dit railwork telt minder zwaar mee en is meer bedoelt als detailbeslissing voor de jury. Maar je kan tijdens het railwork zeker nog gediskwalificeerd worden. Bij de Western Horsemanship wordt met name gekeken naar de kwaliteiten van de ruiter en niet zozeer naar de kwaliteiten van het paard.
Bij het gehele onderdeel zijn alle deelnemers in de bak, bij de proef staan de in een rij op gesteld, de zogenaamde line-up
Western Riding
De deelnemers leggen een proef af op een voorgeschreven parcours, waarbij de vaardigheden van het paard beoordeeld worden. Hij kan allerlei oefeningen bevatten, zoals over een balk rijden galopchangementen om een serie pylonen. Paard en ruiter moeten ook hier weer de verschillende gangen demonstreren, zoals walk (stap), jog en lope (een langzame galop).
Reining
Zie Reining voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Reining is bedacht om het atletische vermogen van een “ranch” type paard te laten zien, in een gesloten ruimte van een show arena. Deelnemers moeten een van de 10 patronen (patterns) rijden, verdeeld over 8 onderdelen. Inclusief langzame kleine cirkels, grote snelle cirkels, vliegende gallopswissels, 360 graden draaien vanaf dezelfde plek (spins) en de veelal spannende en dynamische “slidingstops” die echt typerend zijn voor het reining paard. Ondanks de "ogende" ontspannen houding van zowel ruiter als paard en de losse teugels, die typerend zijn voor deze discipline, is reining een sport met een hoog competitie gehalte. Het vereist enorm veel concentratie van zowel ruiter als paard. Tevens is er een zeer hoge mate van competentie nodig om deze sport naar behoren te kunnen uitoefenen.
Reining is voor het eerst erkend als sport in 1949 door de Amerikaanse Quarter Horse Associatie [AQHA]. De grootste paarden organisatie die op dit moment meer dan 320.000 leden telt en meer dan 4 miljoen paarden geregistreerd heeft staan.
Reining is goedgekeurd door de FEI (The Fédération Equestre Internationale) in het jaar 2000, als een van haar erkende sporten. De FEI is een officieel orgaan van het IOC, het olympisch comité, dat de paardensport controleert op een diervriendelijke manier van omgaan met de sportpaarden. Ook helpt de FEI bij het ontwikkelen van de door haar erkende disciplines.
De deelnemende combinaties leggen de proef 1 voor 1 af. Bij Reining is het belangrijk dat het paard volledig ontspannen is en geen verzet toont, minimale aansturing is vereist (willingly guided). De ruiter moet voortdurend controle houden over zijn paard. Lange teugels zijn daarbij geen must, wel een extra moeilijkheidsgraad. Een paard moet vanaf zijn zesde jaar op één hand gereden worden (neck reining). Volgens de definitie van de American Quarter Horse Association moet een reining paard niet alleen geleid worden, maar ook iedere beweging door de ruiter zijn gecontroleerd.
"To rein a horse is not only to guide him, but also to control his every movement. The best reined horse should be willingly guided or controlled with little or no apparent resistance and dictaded to completely. Any movement on his own must be considered a lack of control. All devations from the exact written pattern must me considered a lack of/or temporary loss of control and therefore a fault that must be marked down according to the severity of the deviaton. After deducting all faults, set here within, against execution of the pattern and the horse overall performance, credit should be given for smoothness, finesse, attitude, quickness, and authority of performing various maneuvers, while using controlled speed which raises the difficulty level and makes him more exciting and pleasing to watch to an audience".
Na afloop stapt de combinatie naar de jury om het bit te laten inspecteren, tenzij dit van tevoren anders is aangegeven. Ook kan het jurylid dit na de proef besluiten niet te doen.
Een variant van de Reining is de Free Style Reining. Hierin wordt een vrije oefening op muziek uitgevoerd. In de oefening dienen dezelfde elementen naar voren te komen als een van de 10 reguliere patterns. De ruiter kan ervoor kiezen om verkleed op het paard te zitten en de oefening daarop aan te passen. De beweging en de gratie van een ballerina of de snelheid van een wegvluchtende boef. Je bedenkt het maar.
Snelheidsspelen
Bij de snelheidsspelen Barrel Racing en Pole Bending gaat het om de snelheid en de wendbaarheid van het paard. Het paard met de snelste tijd, en de minste strafpunten, wint de wedstrijd.
Barrel Racing
Drie in een driehoek opgestelde vaten markeren het parcours. De deelnemer mag zelf beslissen aan welke kant van het eerste vat hij wil beginnen. Hij kan kiezen uit twee patronen (linksom of rechtsom) Belangrijk is dat hij/zij een volledige cirkel om alle vaten rijdt, waarbij aanraking is toegestaan. Een omgevallen vat levert strafpunten op (5 strafseconden) . Als de ruiter zijn hoed verliest, betekent dat eveneens 5 strafseconden. Diskwalificatie volgt als een combinatie zich niet aan het parcours houdt (out of pattern). Barrel Racing is een wedstrijdonderdeel waarbij de snelheid en de wendbaarheid van het paard optimaal worden getest.
Pole Bending
Bij dit onderdeel slalommen paard en ruiter tussen zes palen op gelijke afstand van elkaar. De palen zijn ten minste 6 voet hoog en staan minstens 21 voet uit elkaar. Een vliegende start is toegestaan en er wordt 5 seconden straftijd aangerekend per paal die omver gaat. Diskwalificatie is het gevolg wanneer het patroon doorbroken wordt.
Werkend Element
Cutting, Working Cowhorse en Team Penning zijn onderdelen die behoren tot het werkend element.
Cutting
Bij de cutting moet de ruiter een koe kiezen uit de kudde die in de ring gebracht is. De combinatie moet de kudde oplettend benaderen zonder deze overmatig te verstoren. Als de ruiter heeft bepaald welke koe hij van de kudde wil afzonderen, moet de combinatie de koe zo dicht mogelijk naar het midden van de arena drijven. Twee andere ruiters houden de koe in het midden van de arena, terwijl weer twee andere ruiters zorgen dat de kudde bij elkaar aan de korte zijde van de arena blijft. Het is de taak van het paard om te voorkomen dat de koe terugkeert naar de kudde door ze op een lijn te houden.
Working Cowhorse
Bij dit onderdeel moet het paard laten zien dat het geschikt is om werkzaamheden op een ranch te verrichten. De beginselen van reining komen hier naar voren. Daarnaast moet het paard tonen dat het cow sense heeft. Het working cowhorse bestaat uit twee onderdelen: dry work (zonder vee) bestaande uit een reining proef en fence work, het werken met vee....
Team Penning
In de arena worden 30 koeien opgesteld met een nummer (0 tot 9). Er zijn dus drie nummers 0, drie nummers 1 etc. Drie ruiters betreden de arena bij het einde en bewegen richting startlijn. Wanneer het startsein wordt gegeven, wordt de ruiters een nummer gegeven, 3 bijvoorbeeld. De ruiters moeten vervolgens de drie koeien met nummer 3 isoleren en ze naar het andere eind van de arena brengen. Het team met de kortste tijd wint.
Bij het eenhandige rijden wordt gebruik gemaakt van z.g bits with shanks (stang met scharen). Het paard en de ruiter moeten één team vormen. Ze moeten elkaar volledig vertrouwen. De ruiter mag niet bang zijn dat zijn paard zou kunnen schrikken van het vee of de hindernissen die het moet nemen. Het paard moet op de ruiter vertrouwen, deze moet hem vertrouwen geven en laten merken dat er niets aan de hand is. Er wordt western gereden met een grote verscheidenheid aan paarden. Hoewel elk paard hiervoor geschikt is worden op wedstrijdniveau voornamelijk paarden als Quarterhorse, Appaloosa en Paints gebruikt. Voor werken met vee is het belangrijk dat een paard "cow-sense" heeft. Dat betekent dat het paard het vee goed aanvoelt en er niet bang voor is.
Westernrijden vindt zijn oorsprong in het werk van de Amerikaanse cowboy. De western rijstijl wint aan belangstelling, zowel bij recreatieruiters als wedstrijdruiters. De discipline kan worden onderverdeeld in vier hoofdklassen: keuringen, dressuur, snelheidsspelen en werken met paard en vee (werkend element).
Halter
Hieronder valt de 'Halter', dit is een rastypische keuring net zoals bij andere paardenrassen c.q. dierenrassen gebruikelijk is. Het is wel een rastypsch geheel, dus paarden van verschillende rassen komen niet bij elkaar in.
Dressuur
Dressuur val onder te verdelen in 'Showmanship at Halter', 'Trail', 'Western Pleasure', 'Hunter under Saddle', 'Western Horsemanship', 'Western Riding', 'Reining' en 'Versatile Horse'.
Showmanship at Halter
Bij showmanship at halter wordt gekeken naar het vakmanschap van degene die die het paard showt en niet naar de rastypische kenmerken. Vandaar dat het ook onder de dressuur hoofdgroep valt.
Trail
De benaming trail slaat op het spoor dat normaal in de vrije natuur wordt gevolgd. In de arena worden de hindernissen nagebootst, zoals een hek openen en sluiten, over balken heen stappen, draven of galopperen, een brug overlopen, in een vierkantje een heel rondje om zijn eigen as draaien (een soort kleine spin, pirouette) en achterwaarts gaan volgens een bepaald patroon (vaak een L-figuur). Naast deze verplichte onderdelen kan de trail worden aangevuld met andere hindernissen, zoals een denkbeeldige sloot, het vervoeren van een object of diverse hindernissen waarbij het paard zich achterwaarts en zijwaarts moet bewegen.
Western Pleasure
De deelnemers stappen samen de arena in en moeten aan de wand (rail) blijven. Passeren is toegestaan, maar de ruiter mag geen cirkels rijden of de arena oversteken. De drie verschillende gangen - draf, stap en galop - worden op zowel de linker- als de rechterhand getoond. De gang die doorzittend wordt gereden (jog) is erg belangrijk. Het is een langzaam gereden draf die beslist niet sloffend op de voorhand mag worden gereden. De draf (trot) is pas de laatste jaren in zwang gekomen en wordt sindsdien op de wedstrijden gevraagd. Bij het commando 'reverse' maken de deelnemers een draai van 180 graden en veranderen zo van hand. Een te hoge of te lage snelheid, verkeerde gang op het gevraagde moment, verzet van het paard, te diepe of te hoge halshouding van het paard of 'break of gait' (uit de betreffende gang vallen), worden als overtreding aangemerkt. Het paard moet gereden worden zonder overmatige of storende correcties van de ruiter.
Dit hoeft niet aan losse teugel, maar dit geeft wel een indicatie voor de africhtingsgraad. De zwaarte van de proef ligt op het aangenaam te rijden zijn van het paard. en de gehoorzaamheid
Western Horsemanship
Western Horsemanship bestaat uit twee onderdelen. Het eerste gedeelte is individueel: de combinatie moet een bepaald pattern (proef) rijden, waarin doorgaans een draf, galop, backup, een draai om de achterhand en oefeningen zijn opgenomen (cirkels/wijken/e.d.). Bij het tweede gedeelte moeten alle ruiters een stukje Pleasure rijden (zie vorige beschrijving). Dit heet railwork. Dit railwork telt minder zwaar mee en is meer bedoelt als detailbeslissing voor de jury. Maar je kan tijdens het railwork zeker nog gediskwalificeerd worden. Bij de Western Horsemanship wordt met name gekeken naar de kwaliteiten van de ruiter en niet zozeer naar de kwaliteiten van het paard.
Bij het gehele onderdeel zijn alle deelnemers in de bak, bij de proef staan de in een rij op gesteld, de zogenaamde line-up
Western Riding
De deelnemers leggen een proef af op een voorgeschreven parcours, waarbij de vaardigheden van het paard beoordeeld worden. Hij kan allerlei oefeningen bevatten, zoals over een balk rijden galopchangementen om een serie pylonen. Paard en ruiter moeten ook hier weer de verschillende gangen demonstreren, zoals walk (stap), jog en lope (een langzame galop).
Reining
Zie Reining voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Reining is bedacht om het atletische vermogen van een “ranch” type paard te laten zien, in een gesloten ruimte van een show arena. Deelnemers moeten een van de 10 patronen (patterns) rijden, verdeeld over 8 onderdelen. Inclusief langzame kleine cirkels, grote snelle cirkels, vliegende gallopswissels, 360 graden draaien vanaf dezelfde plek (spins) en de veelal spannende en dynamische “slidingstops” die echt typerend zijn voor het reining paard. Ondanks de "ogende" ontspannen houding van zowel ruiter als paard en de losse teugels, die typerend zijn voor deze discipline, is reining een sport met een hoog competitie gehalte. Het vereist enorm veel concentratie van zowel ruiter als paard. Tevens is er een zeer hoge mate van competentie nodig om deze sport naar behoren te kunnen uitoefenen.
Reining is voor het eerst erkend als sport in 1949 door de Amerikaanse Quarter Horse Associatie [AQHA]. De grootste paarden organisatie die op dit moment meer dan 320.000 leden telt en meer dan 4 miljoen paarden geregistreerd heeft staan.
Reining is goedgekeurd door de FEI (The Fédération Equestre Internationale) in het jaar 2000, als een van haar erkende sporten. De FEI is een officieel orgaan van het IOC, het olympisch comité, dat de paardensport controleert op een diervriendelijke manier van omgaan met de sportpaarden. Ook helpt de FEI bij het ontwikkelen van de door haar erkende disciplines.
De deelnemende combinaties leggen de proef 1 voor 1 af. Bij Reining is het belangrijk dat het paard volledig ontspannen is en geen verzet toont, minimale aansturing is vereist (willingly guided). De ruiter moet voortdurend controle houden over zijn paard. Lange teugels zijn daarbij geen must, wel een extra moeilijkheidsgraad. Een paard moet vanaf zijn zesde jaar op één hand gereden worden (neck reining). Volgens de definitie van de American Quarter Horse Association moet een reining paard niet alleen geleid worden, maar ook iedere beweging door de ruiter zijn gecontroleerd.
"To rein a horse is not only to guide him, but also to control his every movement. The best reined horse should be willingly guided or controlled with little or no apparent resistance and dictaded to completely. Any movement on his own must be considered a lack of control. All devations from the exact written pattern must me considered a lack of/or temporary loss of control and therefore a fault that must be marked down according to the severity of the deviaton. After deducting all faults, set here within, against execution of the pattern and the horse overall performance, credit should be given for smoothness, finesse, attitude, quickness, and authority of performing various maneuvers, while using controlled speed which raises the difficulty level and makes him more exciting and pleasing to watch to an audience".
Na afloop stapt de combinatie naar de jury om het bit te laten inspecteren, tenzij dit van tevoren anders is aangegeven. Ook kan het jurylid dit na de proef besluiten niet te doen.
Een variant van de Reining is de Free Style Reining. Hierin wordt een vrije oefening op muziek uitgevoerd. In de oefening dienen dezelfde elementen naar voren te komen als een van de 10 reguliere patterns. De ruiter kan ervoor kiezen om verkleed op het paard te zitten en de oefening daarop aan te passen. De beweging en de gratie van een ballerina of de snelheid van een wegvluchtende boef. Je bedenkt het maar.
Snelheidsspelen
Bij de snelheidsspelen Barrel Racing en Pole Bending gaat het om de snelheid en de wendbaarheid van het paard. Het paard met de snelste tijd, en de minste strafpunten, wint de wedstrijd.
Barrel Racing
Drie in een driehoek opgestelde vaten markeren het parcours. De deelnemer mag zelf beslissen aan welke kant van het eerste vat hij wil beginnen. Hij kan kiezen uit twee patronen (linksom of rechtsom) Belangrijk is dat hij/zij een volledige cirkel om alle vaten rijdt, waarbij aanraking is toegestaan. Een omgevallen vat levert strafpunten op (5 strafseconden) . Als de ruiter zijn hoed verliest, betekent dat eveneens 5 strafseconden. Diskwalificatie volgt als een combinatie zich niet aan het parcours houdt (out of pattern). Barrel Racing is een wedstrijdonderdeel waarbij de snelheid en de wendbaarheid van het paard optimaal worden getest.
Pole Bending
Bij dit onderdeel slalommen paard en ruiter tussen zes palen op gelijke afstand van elkaar. De palen zijn ten minste 6 voet hoog en staan minstens 21 voet uit elkaar. Een vliegende start is toegestaan en er wordt 5 seconden straftijd aangerekend per paal die omver gaat. Diskwalificatie is het gevolg wanneer het patroon doorbroken wordt.
Werkend Element
Cutting, Working Cowhorse en Team Penning zijn onderdelen die behoren tot het werkend element.
Cutting
Bij de cutting moet de ruiter een koe kiezen uit de kudde die in de ring gebracht is. De combinatie moet de kudde oplettend benaderen zonder deze overmatig te verstoren. Als de ruiter heeft bepaald welke koe hij van de kudde wil afzonderen, moet de combinatie de koe zo dicht mogelijk naar het midden van de arena drijven. Twee andere ruiters houden de koe in het midden van de arena, terwijl weer twee andere ruiters zorgen dat de kudde bij elkaar aan de korte zijde van de arena blijft. Het is de taak van het paard om te voorkomen dat de koe terugkeert naar de kudde door ze op een lijn te houden.
Working Cowhorse
Bij dit onderdeel moet het paard laten zien dat het geschikt is om werkzaamheden op een ranch te verrichten. De beginselen van reining komen hier naar voren. Daarnaast moet het paard tonen dat het cow sense heeft. Het working cowhorse bestaat uit twee onderdelen: dry work (zonder vee) bestaande uit een reining proef en fence work, het werken met vee....
Team Penning
In de arena worden 30 koeien opgesteld met een nummer (0 tot 9). Er zijn dus drie nummers 0, drie nummers 1 etc. Drie ruiters betreden de arena bij het einde en bewegen richting startlijn. Wanneer het startsein wordt gegeven, wordt de ruiters een nummer gegeven, 3 bijvoorbeeld. De ruiters moeten vervolgens de drie koeien met nummer 3 isoleren en ze naar het andere eind van de arena brengen. Het team met de kortste tijd wint.
Voltige
Voltige is zoiets als turnen op een bewegend paard - dit in tegenstelling tot het paard voltige als turnonderdeel, waarbij op het turntoestel paard wordt geturnd. Het paard loopt voltes (rondjes) aan een lange lijn (longeerlijn) in stap, draf of in galop. Dit zijn de drie gangen van een paard. Een voltigeur is iemand die in een vloeiende beweging op het paard springt en turnoefeningen doet. Voltigeren kun je zowel individueel als met een team doen. Een team bestaat uit 4 of 6 voltigeurs, en ook duo's en solo's. Er mag maximaal met 3 man op 1 paard gevoltigeerd worden.
Het is bij voltige heel belangrijk dat de voltigeur zich aanpast aan het paard en niet andersom. De oefeningen moeten op een bepaalde manier uitgevoerd worden zodat het paard er geen last van heeft. Een goede techniek is daarbij onontbeerlijk. Er worden Wereld-, Europese- en nationale kampioenschappen voltige gehouden. Voltige is geen Olympische sport.
Het is bij voltige heel belangrijk dat de voltigeur zich aanpast aan het paard en niet andersom. De oefeningen moeten op een bepaalde manier uitgevoerd worden zodat het paard er geen last van heeft. Een goede techniek is daarbij onontbeerlijk. Er worden Wereld-, Europese- en nationale kampioenschappen voltige gehouden. Voltige is geen Olympische sport.
Abonneren op:
Posts (Atom)